ID: 51866
Omschrijving
Ik verkoop dit schilderij wegens verhuis waardoor het niet meer past in ons interieur. Elk BOD IS BESPREEKBAAR!
In 1846 ging Coosemans in Tervuren wonen. Hij begon met schilderen, en vervaardigde aanvankelijk portretten. Onder invloed van Théodore Fourmois kreeg hij belangstelling voor de landschapsschilderkunst. Vanaf 1860 werd hij een gedreven kunstschilder, en in 1863 exposeerde hij voor het eerst.
Vanaf 1872 wijdde hij zich geheel aan de schilderkunst, en hij ging deel uitmaken van de School van Tervuren, die opgericht werd door zijn vriend Hippolyte Boulenger. Hij reisde naar Normandië, vervolgens naar Italië en weer naar Frankrijk, waar hij kennis maakte met de School van Barbizon. Vanaf 1866 woonde hij in Leuven.
Coosemans schilderde regelmatig, vanaf ca. 1874 in de Limburgse Kempen, meer bepaald in Genk en Kinrooi. Hij wordt om deze reden ook gerekend tot de zogenaamde Genkse School, waarvan hij volgens sommige bronnen zelfs de meester was.[2]
In 1893 kreeg hij een herseninfarct, waardoor hij nog slechts zijn linkerhand kon gebruiken. Hij bleef schilderen, maar de uiterste precisie die zijn werk tot dan toe kenmerkte, was nu verdwenen. Hij ging in Schaarbeek wonen, waar hij in 1904 overleed.
In 1846 ging Coosemans in Tervuren wonen. Hij begon met schilderen, en vervaardigde aanvankelijk portretten. Onder invloed van Théodore Fourmois kreeg hij belangstelling voor de landschapsschilderkunst. Vanaf 1860 werd hij een gedreven kunstschilder, en in 1863 exposeerde hij voor het eerst.
Vanaf 1872 wijdde hij zich geheel aan de schilderkunst, en hij ging deel uitmaken van de School van Tervuren, die opgericht werd door zijn vriend Hippolyte Boulenger. Hij reisde naar Normandië, vervolgens naar Italië en weer naar Frankrijk, waar hij kennis maakte met de School van Barbizon. Vanaf 1866 woonde hij in Leuven.
Coosemans schilderde regelmatig, vanaf ca. 1874 in de Limburgse Kempen, meer bepaald in Genk en Kinrooi. Hij wordt om deze reden ook gerekend tot de zogenaamde Genkse School, waarvan hij volgens sommige bronnen zelfs de meester was.[2]
In 1893 kreeg hij een herseninfarct, waardoor hij nog slechts zijn linkerhand kon gebruiken. Hij bleef schilderen, maar de uiterste precisie die zijn werk tot dan toe kenmerkte, was nu verdwenen. Hij ging in Schaarbeek wonen, waar hij in 1904 overleed.